Zwerven

Je hoort mensen wel praten over vakanties gigantisch ver weg hartstikke duur. Men wil alles hebben, luxe goederen, prijzen winnen enzovoorts. Veel leuker is vaak niet alles te willen, improviseren en je zoveel mogelijk te redden met de spullen die je hebt. Over het algemeen is dat in Nederland best veel.
En…
ben je klaar met je werk en is thuis alles in orde, dan zwerf je lekker wat rond op je ouwe fiets, je  haalt die oude stormtent van de vliering of je gaat naar je ouwe stalen boot in de haven.

Deze maal hebben we die tent dan wel in de auto gegooid, want wij gaan even naar Duitsland.

Delecke Südufer op Google Maps

Een aantal dagen naar Sauerland, aan het stuwmeer de Möhnesee nabij het Arnsbergerwoud, heel leuk. Beetje rondkijken in de natuur, stadjes en dorpen in de omgeving en als je dan weer terug bent en je zit voor je tent, dan kun je genieten van zo’n klein vinkje wat bij je tent rondscharrelt, of Jerry die zelfs in onze tent woont. Eigenlijk hadden wij zijn tent boven onze woning gebouwd.

In Nederland is de vink (Fringilla coelebs) de bekendste en meest frequent voorkomende vinkachtige. De zang van deze ongeveer 15 cm. grote zangvogel, waarvan de laatste tonen de “vinkenslag” wordt genoemd, kent vele dialecten.

Volwassen mannetje van deze zaadeter heeft een wijnrode onderzijde, buik wat lichter. Kruin en nek leiblauw, voorhoofd zwart. Rug donkerroodbruin. Vleugel met twee witte banden. Groenachtige stuit. Staart met witte rand. Volwassen vrouwtje: vleugel en staart bruiner; onderzijde lichtgrijsbruin; rug donkerder olijfgroen. Jong als volwassen vrouwelijk exemplaar .

In de trektijd zie je kleine of grote groepen van soortgenoten, soms bestaande uit één sekse, zeer vaak met verwante kepen, maar ook met andere zaadeters als groenling en geelgors, verder met piepers en leeuweriken.

Na een aantal dagen in Sauerland, vertrokken wij naar Münster.

mannetje

mannetje