Omhuizen

Je hoeft niet altijd weg, na de werkdag of op een vrije dag lekker in je eigen omgeving. Lekker thuis, Omhuizen!

Omhuizen laten wij nog al wat voer achter in de tuin voor de vogels. Koolmezen pikken het liefst aan de vetbollen, mussen zoeken graag het zaad en restjes brood uit de voederhuisjes Het roodborstje scharrelt het liefst op de grond.

Het roodborstje (Erithacus rubecula) is een zangvogel uit de familie vliegenvangers. Hij waagt zich dicht bij huizen, vooral ’s winters. Verder is het een zeer talrijke broedvogel van grote tuinen, parken en bossen.

De roodborst is vrij gedrongen, zowel mannetjes als vrouwtjes hebben een opvallende bruinrode tot oranje keel. De staart is roodbruin, de rug bruin en de buik lichtgekleurd. De zang is het hele jaar te horen. Hij begint ’s ochtends te zingen als het nog donker is. Bij gevaar stoot hij de kreet ’tsik’ uit. Bijzonder is dat ook de vrouwtjes zingen, vooral in de herfst. Jonge vogels hebben een gespikkelde kop en borst. Het vogeltje is 14 cm lang. Tegen soortgenoten zijn zowel mannetjes als vrouwtjes heel agressief. Zowel in de zomer als in de winter verdedigen zij hun territorium fel.

Het roodborstje eet voornamelijk op de grond levende insecten (vooral kevers) en slakken, wormen en spinnen. Van de herfst tot vroeg in de lente vormen wormen, fruit en bessen een belangrijk deel van zijn dieet.

Een legsel bestaat meestal uit vijf tot zes roze eieren met grijze ondervlekken en roestbruine vlekjes.

De roodborst komt voor in grote delen van Europa tot bij de Poolcirkel en in West-AziĆ«. ’s Zomers broedt de roodborst in gaten en spleten in muren, aan slootkanten, in heggen, in klimop, in bossen, in parken en in tuinen.

roodborstje