Zwerven
Ben je klaar met je werk en is thuis alles in orde, dan zwerf je lekker wat rond op je ouwe fiets, je haalt die oude stormtent van de vliering of je gaat naar je ouwe stalen boot in de haven, of anders, je wagen, de trein, of de veerboot.
Van het Zwartewater naar het Zwartemeer passeer je het Flevolandse eilandje Vogeleiland.
Vele vogels leven in dit gebied, zoals de zwarte aalscholvers en de witte knobbelzwanen.
De knobbelzwaan (Cygnus olor) zie je vaak in en bij het water.. Hij leeft voornamelijk van waterplanten waar hij met zijn lange hals naar grondelt, maar hij eet ook gras.
Deze vogels kunnen een spanwijdte van 2,30 meter bereiken en zijn daarmee de grootste watervogels. Zelf zijn ze 120 – 170 cm groot. Met hun lange nek kunnen ze ver onder water reiken. Ze kunnen tot 13 kg wegen. Daarmee behoren ze ook tot de zwaarst vliegende dieren. Hun kop en hals hebben een gele schijn. De onbevederde huid aan de snavelwortel en om het oog, onder de voorhoofdsknobbel, is zwart. Die voorhoofdsknobbel is bij mannetjes heel opvallend. De poten zijn zwart. Hun ruglijn is sterk gebogen. Ze houden hun hals bijna altijd in een sierlijke S-vorm.
Ze maken gorgelende en blazende geluiden, maar niet vaak. Als je hen stoort op hun nest, sissen of knorren ze woedend. In vlucht maken hun vleugels een laag, zingend geluid, dat wordt gemaakt door de wind die er langs strijkt.