Holwerd – Het Wad

Zwerven

Ben je klaar met je werk en is thuis alles in orde, dan zwerf je lekker wat rond op je ouwe fiets, je  haalt die oude stormtent van de vliering of je gaat naar je ouwe stalen boot in de haven, of anders, je wagen, de trein, of de veerboot.

Holwerd (FRL) De Pier

Fijn een paar dagen naar Ameland. Van Holwerd naar Nes op Ameland vaar je door de prachtige Waddenzee. ’s Avonds heen door de Waddenzee onder een bloedrode lucht en terug nog een paar scholekster gezien de vlak voor of onderweg op de trek naar het zuiden, want het is november, aan het fourageren op een zandbank. Prachtig zo’n 3 kwartier durende overtocht.

De scholekster (Haematopus ostralegus) is een zwart-witte steltloper en heeft een zwart-wit verenkleed, een oranje snavel en oranje poten. Rondom de ogen heeft hij een oranje ring. Het verenkleed is bij beide geslachten gelijk. De lichaamslengte bedraagt 40 tot 45 cm.

Het is een trekvogel. Hun voedsel bestaat uit schelpdieren, wormen en krabben. Bij schelpdieren wordt eerst de sluitspier doorgeknipt, voordat de schelp kan dichtslaan, waarna de prooi wordt opgegeten. Na een mislukte poging proberen ze de schelp open te hameren op een harde ondergrond.

De broedtijd is van half april tot in juli. De scholekster legt meestal 3 of 4 eieren in een nest, gemaakt in een ondiep kuiltje. De eieren zijn gemiddeld 57 x 40 mm groot. Meestal broedt de scholekster op grasland, maar ook op bouwland worden veel nesten aangetroffen. Ze maken ook nesten op platte, met grind bedekte daken van grotere gebouwen, waar geen gevaar dreigt van roofdieren als vos en hermelijn. De eieren komen uit na 25 à 27 dagen broeden. De jongen worden dan nog een poosje gevoed door de ouders, in tegenstelling tot bij de meeste andere weidevogels.

Vroeger op school werd mij verteld, dat de scholekster een waadvogel was, die steeds meer op weiden en akkers broedt. Tegenwoordig broeden de scholeksters zelfs op het industrieterrein omhuizen.

zandbankwad

Plaats een reactie